’Er blijft genoeg ruimte voor couleur locale op onze vestigingen’
Een sterke organisatie voor middelbaar beroepsonderwijs voor 17.000 studenten met scholen verspreid over heel Noord-Holland boven het Noordzeekanaal. De fusie tussen het Horizon College en het Regio Col- lege heeft deze week groen licht gekregen van het Ministerie van On- derwijs, Cultuur en Wetenschap. Er vallen geen ontslagen na de fusie, zeggen bestuursvoorzitters Bernard Fransen en Max Hoefeijzers. Wel: onderwijsinnovaties en inspelen op de arbeidsmarkt.
Feiten en cijfers
Het Horizon College geeft les aan 12.000 studenten in Alkmaar, Heerhugowaard, Hoorn en Purmerend. Met 1300 personeelsleden worden in totaal 130 mbo-opleidingen aangeboden. Het Regio College is met 5000 studenten en 500 personeelsleden een kleinere organisatie. De in totaal 95 mbo-opleidingen worden aangeboden in Zaandam, Koog aan de Zaan, Purmerend, Edam en Heerhugowaard. In Purmerend delen het Horizon College en het Regio College al gezamenlijk één gebouw.
Purmerend/Zaanstad ■ Plannen voor de fusie tussen de twee instellingen voor middelbaar beroepsonderwijs spelen al jaren. Een eerste poging strandde, maar sinds 2018 werd de noodzaak om te fuseren steeds groter. Niet vanwege finan- ciële redenen, benadrukken be- stuursvoorzitters Bernard Fransen (Regio College) en Max Hoefeijzers (Horizon College). Maar vooral om er in het veranderende onderwijs- landschap voor te zorgen dat dui- zenden mbo-studenten in West- Friesland, Zaanstreek-Waterland en Noord-Kennemerland de be- schikking blijven houden over een gevarieerd onderwijsaanbod.Nu het ministerie de seinen op groen heeft gezet, krijgen beide instellingen per 1 januari een over- koepelend bestuur. Vanaf augustus volgend jaar gaan ze ook als één organisatie verder. Met als doel om beter voorbereid te kunnen zijn op de maatschappelijke, beroepsmati- ge en demografische ontwikkelin- gen in Noord-Holland. Lees: krapte op de arbeidsmarkt in beroepen waar handwerk bij komt kijken, een terugloop in het aantal mbo- studenten en de wens om een gro- tere rol te spelen bij de educatie van zij-instromers, doorstromers en herintreders. ,,Door de krach- tenbundeling wordt een impuls gegeven aan onderwijsontwikke- ling, digitalisering, flexibilisering en maatwerk’’, is het uitgangspunt. ,,Een onderdeel van deze impuls is het aanbieden van trajecten voor een leven lang ontwikkelen voor volwassenen.’’
Gezamenlijke campus
De nieuwe mbo-campus in het Karekietpark in Purmerend staat symbool voor de samenwerking die beide onderwijsinstellingen jaren geleden al zijn aangegaan. Ze delen het gebouw en werken er samen. Er wapperen nu twee vlaggen met logo’s op het campusterrein, dat wordt er binnenkort eentje met de nieuwe naam. Welke dat is, wordt later dit jaar bekendgemaakt. Tij- dens de bouw van het complex was al duidelijk dat een fusie het uit- eindelijke doel was.
Bernard Fransen: ,,In 2018, toen ik aan boord kwam van het Regio College, was al duidelijk dat de studentenaantallen terugliepen. We lijken wel grote onderwijsin- stellingen, met 95 en 130 opleidin- gen, maar zoals alle ROC’s hebben we een groot aanbod en veel loca- ties. Wil je de kleinschaligheid overeind kunnen houden, dan is samenwerking noodzakelijk.’’ Daarnaast gaan de ontwikkelingen op zowel onderwijsgebied als in het bedrijfsleven heel snel. ,,Ook dat is een reden om het achter het loket anders te gaan organiseren. Als de zon schijnt, moet je het dak repareren. Dan moet je elkaar niet op onderwijsgebied concurreren, maar juist de krachten bundelen.’’
Balans
Max Hoefeijzers onderschrijft dat. Gepokt en gemazeld in het ROC- bestaan - hij was tientallen jaren werkzaam bij het Da Vinci in Dordrecht kent hij de balans tussen het grote aantal opleidingen waardoor de studentenaantallen in de praktijk meevallen. ,,Dat zijn er gemiddeld 50 per opleiding. Het verschilt natuurlijk: de verpleegopleidingen zijn volumineus, terwijl de techniekopleidingen dunner bezet zijn. Bij kleinere opleidingen moeten docenten de ontwikkelingen in het bedrijfsleven vaak in hun eentje vertalen naar het onderwijs. Als je dan je krachten bundelt, win je aan kwaliteit.’’Die kwaliteit van het onderwijs staat momenteel niet onder druk, er zijn geen financiële problemen, er zijn ook geen reorganisaties met gedwongen ontslagen in het vooruitzicht. ,,We hebben alle mensen juist hard nodig’’, zegt Fransen. De afgelopen paar jaar is met het personeel overlegd over de manier waarop de fusie kon plaatsvinden. Niet van boven opgelegd, maar juist met de medewerking van de teams. ,,Daar hebben we wel de tijd voor genomen, het gaat toch om het samenvoegen van twee cultu- ren.’’ Hij is tevreden over de manier waarop dat proces is verlopen. ,,Een schoolvoorbeeld van: hoe doe je een fusie.’’
Leven lang leren
De ROC’s hebben ook de taak om volwassenenonderwijs te bieden. Onder meer bij het omscholen of bijscholen van personeel worden die verantwoordelijkheden de komende jaren groter, verwachten Fransen en Hoefeijzers. ,,Het concept ’een leven lang leren’ neemt een vlucht. Daar maken we samen al werk van. We geven niet alleen meer overdag onderwijs. In de avonduren staat bij onze gebouwen de hele parkeerplaats ook vol. Het leren houdt niet op na het traject vmbo-mbo. Het is een toenemende trend voor alle ROC’s om je regio op verschillende manieren te bedienen. Jongeren, volwassenen, en laten we ook de groep statushouders niet vergeten die aan de slag willen. Ook die moeten de opleiding die ze in hun vader- land hebben gevolgd, hier vaak vernederlandsen.’’ Voorheen was het meer een kwestie van ’studenten naar binnen, de deuren dicht en leerstof erin gieten’, schetst de bestuursvoorzitter van het Horizon College de manier waarop ooit het onder- wijs werd gegeven. Vier jaar met de boeken op schoot, en daarna in de praktijk aan de slag. Dat loopt tegenwoordig met concepten als ’werkend leren’ veel meer door elkaar. ,,Op die manier kunnen we onze studenten beter stimuleren om het beste uit zichzelf te halen. We willen de verbinding met het bedrijfsleven verder verbeteren. Wil je op de top van de golf blijven zitten, dan moet je bij het bedrijfsleven zijn. Op die manier helpen wij ook om de samenleving sterker te maken.’’
Imagoprobleem
Het mbo heeft nog altijd te kam- pen met een imagoprobleem. Veel ouders zien hun kind liever naar de havo of het vwo gaan in plaats van wat vroeger de lagere techni- sche school of de huishoudschool werd genoemd. Onterecht, vindt Fransen. ,,Na een mbo-opleiding zijn de kansen op een baan groter dan bij een havist of een vwo’er. We moeten van dat beeld af. Er is een enorm tekort aan vakmensen. Als mensen voor het mbo kiezen, is dat een gouden markt.’’ Campagnes om dat de stimuleren, slaan aan. Mbo-studenten worden steeds meer gelijkgesteld met die van het hoger beroepsonderwijs en de universiteit. ,,Dankzij die inzet hebben we nu een grotere instroom voor techniek, in plaats van dat we achteruit kachelen. We zien het ook aan de kwaliteit van de zij-instromers die hier docent worden. We zijn met een omslag bezig. En daardoor neemt het zelfvertrouwen van onze studenten ook toe.’’
Couleur locale
Wordt het geen eenheidsworst op de fusie-mbo? Fransen denkt dat dat wel mee zal vallen. De organisatiestructuur blijft intact, maar dan met één schoolbestuur in plaats van twee. ,,De kracht moet bij de onderwijsteams liggen. Wat dat betreft blijft er genoeg ruimte voor couleur locale. Onze vestigingen blijven lokaal en regionaal gericht. Maar door een fusie kunnen we het aanbod op peil houden, en met een groter team zit er meer diversiteit in. Dat is alleen maar goed voor de kwaliteit van het onderwijs. We blijven uitgaan van gelijkwaardigheid en een eigen identiteit.’’ Ook de studenten hoeven er niet bang voor te zijn dat ze na de fusie ineens voor hun opleiding naar de andere kant van de provincie moeten reizen. ,,Op deze manier kunnen we juist voor kleinere opleidingen de continuïteit bewaren. Door samen te gaan, kunnen we de menselijke maat bewaken.’’